Waar bent u naar op zoek?

Christelijk pastoraat wil de ander bewaren bij het heil

Zielzorg in het volle leven

Dr. T.T.J. Pleizier
Door: Dr. T.T.J. Pleizier
Pastoraat
19-06-2025

Het pastoraat staat vandaag onder druk. Diaconaat en pastoraat lopen steeds meer in elkaar over, terwijl de behoefte aan echte aandacht groeit. Wat is, te midden van die verschuivingen, het eigene van christelijk pastoraat?

Het pastoraat is een prachtige, maar ook moeilijke taak. Waar het vanouds vooral een taak van de ouderling en predikant was, komt ook de diaken hier in toenemende mate mee in aanraking. Het diaconale en het pastorale werk in de gemeente lijken steeds meer in elkaar over te lopen. Dat diakenen meer met pastoraat te maken krijgen, kan te maken hebben met de groeiende behoefte aan persoonlijke aandacht en gesprek. In onze jachtige samenleving is aandacht voor iemands levensverhaal schaars geworden, want wie heeft er nog tijd voor een gesprek? Zo groeit eenzaamheid en beweegt de diaken zich steeds vaker op het terrein van het pastoraat.

Hulpverlening

In de afgelopen eeuw heeft een belangrijke verschuiving plaatsgevonden als het gaat om pastorale zorg. Pastoraat is meer en meer in de sfeer van de hulpverlening terechtgekomen. Dat past in een breder beeld. Artikelen en boeken die over pastoraat verschijnen, zijn nogal eens geschreven met het oog op specifieke problemen in het menselijk leven. In een boekenseries als ‘Praktisch en pastoraal’ worden pastorale werkers bijgepraat over specifieke thema’s en krijgen ze handreikingen om mensen bij te staan die daarmee te maken hebben. Een andere pastorale boekenreeks heeft titels als ‘bezorgdheid’, ‘angst’ en ‘schuld’. Behulpzaam, maar de onderliggende boodschap is dat pastoraat gaat over mensen in bijzondere situaties, veelal met specifieke problemen.

Hulpvraag

Een andere aanwijzing dat het pastoraat steeds meer in de sfeer van de hulpverlening is gekomen, ontleen ik aan een gesprek dat ik onlangs had met een studente met een rooms-katholieke achtergrond. Zij vertelde dat er in haar parochie geen huisbezoeken meer plaatsvinden. Wie een pastor wil spreken, moet daar zelf het initiatief toe nemen. Dit moet natuurlijk vooral verklaard worden door het tekort aan pastores, maar het laat ook een verschuiving zien in de pastorale zorg. Ook binnen protestantse gemeenten wordt pastoraat hoe langer hoe meer een kwestie van een hulpvraag.

Een laatste voorbeeld: veel werkers in het pastoraat hebben moeite om hun eigen plaats in te nemen tussen allerlei therapeuten, coaches en hulpverleners die in onze moderne westerse maatschappij mensen begeleiden en ondersteunen. Er gaat onbewust ook een signaal van uit dat je van goeden huize moet komen om mensen te helpen, want er zijn zoveel professionele werkers. Het maakt het niet gemakkelijker om een pastorale taak op je te nemen, zeker voor vrijwilligers die geen specifieke pastorale opleiding hebben gevolgd. Wat kun je nog toevoegen?

Het kan een ouderling doen afvragen: wat kan ik anders doen dan bidden en met iemand het Woord van God openen? Want ligt daar niet het eigene van christelijk pastoraat: optrekken met mensen vanuit het Woord van de levende God en zonder het direct te zien als verlenen van hulp?

Donkere nacht

Laten we hiervoor te rade gaan bij de traditie van de kerk. Een bijzonder voorbeeld is wat in de traditie de ‘donkere nacht van de ziel’ wordt genoemd. Een geestelijke omstandigheid waarin de afwezigheid van God ervaren wordt, maar die ook gepaard gaat met wat vandaag depressiviteit en eenzaamheid zou worden genoemd. De donkere nacht van de ziel is vooral bekend geworden vanuit het werk van de zestiende-eeuwse Spaanse monnik Johannes van het Kruis, maar komt ook terug in de geschriften van de gereformeerde theologen als Gisbertus Voetius en Johannes Hoornbeeck, die schreven over geestelijke verlatingen.

Enerzijds wordt deze ervaring beschreven als een periode van geestelijke crisis. Zielzorg kan dan inderdaad de vorm van hulpverlening krijgen. Anderzijds brengt Johannes van het Kruis de ‘donkere nacht van de ziel’ ook ter sprake als een indringend moment in het geestelijk leven voordat de mens de eenheid met God ervaart. Zoals in sommige kringen de genade van God pas kan worden ervaren na een diepe beleving van zonde. Zo gaat in mystieke tradities de verlatenheid aan de vereniging met Christus vooraf. Dat maakt de ‘donkere nacht van de ziel’ vooral een aspect van het geestelijk leven.

Discipelschap

Als het om het geestelijk leven gaat, komen er ook andere kanten van zielzorg in beeld. Daar horen andere woorden bij, zoals de heiliging van het leven of de navolging van Christus. Het gaat in dit artikel niet om een precieze aanduiding hiervan, maar een paar aanvullende gedachten kunnen dit verder verduidelijken. Discipelschap, navolging of heiliging zijn verschillende typeringen van het leven van de gelovige. Ze roepen een verschillende beleving op. Discipelschap komt wat vaker voor in de evangelicale wereld, terwijl ‘heiliging’ typisch een woord is dat in de gereformeerde traditie wordt geflankeerd door ‘rechtvaardiging’. Het ene moet niet tegen het andere worden uitgespeeld en er zijn ongetwijfeld andere (theologische) termen te kiezen. Het gaat om de grondgedachte dat in de traditie(s) van de kerk zielzorg zich heeft georiënteerd op het leven met God, vanuit het appèl dat uitgaat van het Woord. Discipelschap doet een appèl op de roeping om leerling van Jezus te zijn. Heiliging legt meer de nadruk op de aansporing op de derde functie van de wet: het dankbare leven volgens Gods gebod. Vanuit hier opent zich een breed palet aan pastorale thema’s, zoals bekering, navolging en geloof.

Ieder mens is aangewezen op de genade van God

Biecht

Door zielzorg op deze manier te benaderen, komt het geleefde leven te staan in het licht van het leven met God. In de lange geschiedenis van het christendom heeft de kerk juist daarin het eigene van zielzorg gezocht: begeleiding in het geestelijk leven, ook als er geen bijzondere omstandigheden of hulpvragen die voortkomen uit een ziekte of crisis, zijn.

Zo ontstond in de middeleeuwen een uitgebreide praktijk van biecht rond de eucharistie. Met alle kritiek die de Reformatie had op de verwording van de biechtpraktijk, ligt in de biecht iets van het eigene van pastorale zorg op: het hele leven voltrekt zich voor het aangezicht van God. Niet voor niets concentreerde zich dat rond de eucharistie. Want hoe iemands levenssituatie ook is, met veel of relatief weinig zorgen, ieder mens is aangewezen op de genade van God, voordat we elkaar en de heilige God Zelf aan Zijn tafel onder ogen kunnen komen. Daar is zielzorg op gericht: elkaar bewaren bij het heil. Dat heeft betrekking op het hele mens-zijn en op het hele leven. Dat gaat alleen over het geestelijke, maar heeft ook betrekking op het materiële, het lichamelijke en het sociale, in werk, gezin en samenleving.

Ondanks de kritiek van de Reformatie op de middeleeuwse zielzorg, zet deze hoofdlijn zich gewoon voort. Dat komt onder meer duidelijk naar voren in het werk van de reformator Martin Bucer en de pastorale praktijk in het Genève van Johannes Calvijn. De Reformatie veranderde wel de koers: van een individuele biecht bij de priester naar het huisbezoek. Het gewone leven, met zijn zorgen en vreugden, voltrekt zich voor Gods aangezicht. De ambtsdrager kreeg daar een belangrijke rol in.

De protestantse ambtsdrager is een vrijgestelde (predikant) of vrijwilliger (ouderling of diaken), maar vooral een medegelovige die de roeping heeft aanvaard om deze taak op zich te nemen: met de gemeente spreken over het leven met God in het alledaagse bestaan.

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Dr. T.T.J. Pleizier
Dr. T.T.J. Pleizier

is universitair hoofddocent praktische theologie aan de PThU te Groningen