
Het hele leven aan God toegewijd. Dat zocht de zeventiende-eeuwse theoloog Gisbertus Voetius, die zo wetenschap en vroomheid met elkaar in harmonie wilde brengen. Als nieuwe hoogleraar Wetenschap & Vroomheid aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) gaat dr. Aza Goudriaan Voetius' theologie de komende jaren onderzoeken.
Goudriaans leerstoel, die gesponsord wordt door de stichting Ad Pias Causas, is gericht op theologie en filosofie van de Reformatie. ‘De invalshoek is dus vooral historisch. Hoe werden in Europa in de lange reformatietijd kennis en vroomheid, en ook theologie en filosofie, met elkaar in verband gebracht? Dat is een breed thema, een gezichtspunt dat ruimte geeft voor diverse historische vragen.
De geschiedenis staat dus voorop. Maar historische theologie is een vorm van theologie die zelf ook kan nadenken over de relevantie van de historische bevindingen voor onze eigen tijd. Mijn onderzoek richt zich eerst, zo is het plan, op de theoloog Gisbertus Voetius. Hij begon zijn werk in Utrecht met een rede over het samengaan van wetenschap en vroomheid.’
Hoe ziet u de verhouding tussen wetenschap en vroomheid in het denken van Voetius, en welke lessen biedt dat voor vandaag?
‘Opvallend in Voetius’ werk is het streven naar kennis. Hij spande zich persoonlijk in voor de catechisatie van jonge kinderen. Toen de Illustere School in Utrecht tot Academie verheven werd, hield hij een preek waarin hij het nut van scholen en universiteiten uitvoerig aanprees. In zijn Oefeningen en bibliotheek van de theologiestudent gaf hij een brede catalogus van boeken op allerlei vakgebieden. Hij voerde bijna een campagne tegen onwetendheid.
Daaraan verbond hij een pleidooi voor persoonlijke vroomheid en reformatie van het hele leven. Die vroomheid moest met kennis samengaan en was daar in feite ook de kern van. In die zin vatte Voetius de versregels op die aan Augustinus of iemand uit diens omgeving waren toegeschreven: ‘Als je Christus leert kennen, betekent het niets als je de andere dingen niet weet; als je Christus niet kent, betekent het niets als je de andere dingen leert kennen.’
Wat de verbinding van wetenschap en vroomheid betreft, bouwde Voetius voort op een lange traditie vanaf de Vroege Kerk. Bij Erasmus en diverse reformatoren was sprake van de ‘filosofie van Christus’ of ‘christelijke filosofie’. Die term doet denken aan mensen zoals Justinus de Martelaar uit de tweede eeuw, voor wie de ware filosofie de liefde voor Christus inhield.
Bij Voetius zijn er diverse gezichtspunten: hij streefde naar een situatie waarin wetenschappers persoonlijk God vrezen, naar een harmonische verbinding van theologie en andere kennisgebieden, en naar een doorleefd christelijk belijden in heel de kerk. Die verbinding heeft in elke tijd, denk ik, haar moeilijkheden of obstakels. Maar de pogingen uit het verleden kunnen ook vandaag een aanmoediging zijn om te zoeken hoe het hele leven aan God kan zijn toegewijd.’
Opvallend in Voetius' werk is het streven naar kennis
Wat maakt Gisbertus Voetius tot een betekenisvolle figuur binnen het onderzoek naar de gereformeerde scholastiek, ook met het oog op actuele theologische en kerkelijke vragen?
‘Voetius’ brede interesse, zijn grondige werkwijze, zijn invloed als jarenlange docent en predikant in Utrecht maken hem erg interessant voor historisch onderzoek. Hij hanteerde met groot talent de methoden en begrippen van de toenmalige schoolgeleerdheid. Die scholastieke kant is voor een deel verleden tijd, maar leverde ook een genuanceerde manier van denken op die nog steeds behulpzaam kan zijn. Belangrijker dan de vormgeving is wat er feitelijk is gedacht en welke intenties tot uiting zijn gebracht.
Wat Voetius ook betekenisvol maakt, is het feit dat hij in zijn scholastieke werk veel aandacht gaf aan de praktijk van het kerkelijke leven en de persoonlijke omgang met God. Scholastieke verhandelingen spreken ons als lezers minder rechtstreeks aan dan bijvoorbeeld preken dat doen, maar ze proberen wel antwoorden te geven op geestelijke vragen. Voetius doet dat graag in gesprek met de traditie van de kerk.’
"*" geeft vereiste velden aan