Vliegveld
Door de jaren heen hebben we behoorlijk wat vlieguren gemaakt. Er zijn aardig wat vliegvelden de revue gepasseerd, kleine en grote.
Rommelige vliegvelden, waar de weg gewezen wordt met aangeplakte briefjes en hightech vliegvelden, waar alles – bijna eng – utopisch gestroomlijnd verloopt.
Klassenverschil is vaak duidelijk zichtbaar. De massa zonder naam (die trouwens ongelofelijk rijk is, omdat zij zich sowieso kan veroorloven te vliegen) staat in lange rijen te wachten. Of ze hangt, zit en ligt op stoelen die vaak door beugels gescheiden zijn, om uitstrekken te voorkomen.
De mensen met meer kapitaal en privileges zitten in speciale lounges met eten en drinken. Ze hebben geen wachtrijen en mogen als eersten het vliegtuig in- en uitstappen. Namen als platina, goud, zilver, VIP, elite en business laten hun status duidelijk zien.
Nu stapt iedereen natuurlijk uiteindelijk in hetzelfde vliegtuig, maar ook in de lucht worden de klassen door zones en gordijntjes gescheiden.
Als mens in de massa is er overigens niets te klagen. Er wordt goed voor je gezorgd, de stewardessen zijn vriendelijk, je krijgt lekker eten en zelfs een dekentje.
De massa zonder naam staat in lange rijen te wachten
Nu zijn er vliegvelden waar dit klassenverschil er wel is, maar niet zo opvalt, omdat iedereen speciaal behandeld wordt. Singapore is zo’n vliegveld. Het is prachtig ontworpen, met een spectaculaire waterval en veel groen. Er zijn heerlijke zit- en ligplaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn. Er zijn speelplaatsen voor kinderen en vijvers met karpers. Er is een glijbaan waarmee je van een hoger gelegen verdieping naar een lagere kunt glijden, en een gratis bioscoop. Ja, op het vliegveld van Singapore voel ik me als klein mens zomaar een beetje koningin.
"*" geeft vereiste velden aan