
Dr. Wim Moehn is vorige maand benoemd tot hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Hij wil studenten laten zien welke schatten in het gereformeerd protestantisme verborgen liggen.
‘Om de tijd waarin je leeft enigszins te kunnen verstaan, ontkom je er niet aan om je te verdiepen in de vraag waar je vandaan komt en hoe het kerkelijk leven zich heeft ontwikkeld. In de Nederlanden van de zestiende eeuw is het protestantisme, zoals dat door Johannes Calvijn en zijn collega’s in Genève is vormgegeven, een laatkomer. Al eerder was er de invloed vanuit het oosten: het gedachtegoed van Maarten Luther. Dat kon zich door zijn vele publicaties razendsnel verspreiden. Daarnaast was er een krachtige doperse beweging. Voor de vormgeving van het kerkelijk leven hier te lande is het calvinisme echter van veel grotere betekenis geweest.
In een tijd van sterk afnemend historisch besef kan zo’n leerstoel Geschiedenis van het Gereformeerd Protestantisme een aankomende generatie predikanten en theologen laten zien welke schatten in onze erfenis verborgen liggen. Hoe heeft het kerkelijk leven in een tijd van crisis vorm gekregen? Welke keuzes zijn er gemaakt en wat zou dat nu voor ons betekenen? Hoe ga je om met uiteenlopende theologische inzichten binnen één kerk?’
Guido de Brès
Nadat dr. Moehn onderzoek had gedaan naar Calvijns preken over het Bijbelboek Handelingen, stimuleerde dr. W. Balke hem ruim dertig jaar geleden om zich op Guido de Brès te richten. Dat heeft hij jarenlang gedaan en hij onderzocht vooral zijn eerstelingsgeschrift, Het wapen van het christelijk geloof.
‘De Brès’ levensgang heeft diepe indruk op me gemaakt. Waar ik zelf van alle comfort ben voorzien geweest, had hij zijn leven lang te maken met onderdrukking. Hij moest een ondergronds bestaan leiden als hij zich in de Nederlanden bevond. In mijn onderwijs over de gereformeerde belijdenisgeschriften schenk ik altijd aandacht aan zijn levensloop. Zijn bewaard gebleven brieven getuigen zo mooi van persoonlijk doorleefd geloof. Zijn laatste woorden maken nog steeds diepe indruk: ter dood veroordeeld wegens de leer van de Zoon van God. ‘Ik gevoel dat mijn gezicht verandert, en verheug mij wegens de genade, die meer en meer in mij toeneemt, en ik word van minuut tot minuut meer versterkt; ja, mijn hart springt op van vreugde in mijn binnenste.’
In de achterliggende jaren kwam hier het project ‘Dynamiek van de gereformeerde liturgie’ bij. Al veel langer was ik doordrongen van de kracht en theologische rijkdom van de liturgische formulieren. Dit is alleen maar versterkt door dit project, waaraan ik samen met een mooi team van onderzoekers werk. Hier zie je hoe het verbond, de oproep tot een leven in gehoorzaamheid aan Gods geboden, de kracht van de sacramenten en andere thema’s functioneren in het leven van de gemeente die staat in de traditie van de Reformatie.
Verder hield ik me bezig met de formuliergebeden. Als kind bladerde ik in de kerk al door die laatste bladzijden in mijn psalmboek. Ze werden nooit gebruikt, maar ik heb ontdekt hoe rijk van inhoud deze gebeden zijn en hoe zij opkomen vanuit de Schrift.’
Al veel langer was ik doordrongen van de kracht en theologische rijkdom van de liturgische formulieren
Liturgie
Dr. Moehn publiceerde eind 2024 al het lijvige naslagwerk De Nederlandse gereformeerde liturgie 1566–1639. ‘Het doel was om de totstandkoming van onze liturgie te onderzoeken en een betrouwbare uitgave van de teksten te bezorgen. Daarmee leggen we voor de komende jaren de basis, waarop verder gebouwd kan worden. Wie nieuwe teksten voor de formulieren wil maken, moet weten in welke traditie we staan. En hoe voor ons gewerkt is aan goede teksten voor de gereformeerde eredienst. Naar aanleiding van de recente publicatie hebben collega Klaas-Willem de Jong en ik een tweedaagse cursus aangeboden in het kader van de permanente educatie. Met achttien collega’s verdiepten we ons in de formulieren en gebeden. Toen merkten we hoe vooral het huwelijksformulier vandaag de dag vragen oproept. Het is typerend voor deze tijd dat vrijwel elke gemeente en voorganger een eigen weg zoekt om een tekst te hebben die vandaag verstaanbaar is voor gelovigen. Laat staan voor buitenstaanders die te gast zijn op een bruiloft met een kerkelijke bevestiging en inzegening. Hier liggen uitdagingen om aan de woorden “een gereformeerde kerk moet altijd gereformeerd worden” gestalte te geven.’
Hoe geeft u in onderwijs en onderzoek de verbinding met de praktijk van het kerkelijk leven vorm?
‘Bijna tien jaar heb ik het predikantschap gecombineerd met het werk als hoogleraar, dus de dagelijkse praktijk van het kerkelijk leven was nooit ver weg. Tijdens colleges heb ik de ruimte om te laten zien hoe bijvoorbeeld de belijdenisgeschriften in mijn eigen werk als predikant functioneren. In een tijd waarin de klassieke leerdienst onder druk staat, probeer ik samen met de studenten te ontdekken hoe de gemeente vandaag de dag toch kan ‘volharden in de leer van de apostelen’.
Het is dan mooi om te merken hoe studenten die niet vertrouwd zijn met de catechismus ontdekken hoe rijk de inhoud van Zondag 1 is. Hoe goed over de compositie van het antwoord is nagedacht. Er zit muziek in. In de academie bevind je je dan heel dicht bij het grondvlak van de kerk, waar de zoektocht naar houvast en troost in deze tijd plaatsvindt.’
"*" geeft vereiste velden aan