
Pinksteren wordt wel de geboortedag van de kerk genoemd. Dat is niet juist. De kerk begint al in het paradijs. Toch hebben de Geest en de kerk wel alles met elkaar te maken. Het is zeker niet toevallig dat de uitstorting van de Geest leidt tot een geweldige groei in de gemeente van Jeruzalem.
De Heilige Geest komt in de Bijbel minder nadrukkelijk naar voren dan de Vader en de Zoon. Zijn werk is echter niet minder belangrijk. Vaak wordt het zo verwoord: God de Vader is God boven ons, God de Zoon is God naast ons, en God de Heilige Geest is God in ons. De Geest werkt in ons hart en past zo het werk van de Vader en de Zoon toe en werkt dat uit.
Zichtbaar en tastbaar
Zo is de Geest het geheim van het leven en het geheim van de groei van de kerk, zoals Lukas in Handelingen laat zien. Waar Hij werkt, komen mensen tot geloof en ontstaan christelijke gemeenten. Deze gemeenten noemt Paulus in 1 Korinthe 3:16 en Efeze 2:20-22 een tempel van de Geest. Met dit beeld sluit Paulus aan bij de godsdienstige wereld van het Nieuwe Testament. Elke godsdienstige stroming had zijn tempel of tempels. Daarnaast herinnert hij aan de tabernakel en de tempel in Jeruzalem, die centraal stonden in het leven van God met Zijn volk Israël, vooral door de offers die er gebracht werden.
Net als de metafoor van het lichaam wijst de metafoor van de tempel erop dat God ergens zichtbaar en tastbaar wordt. Er is een huis waar Hij woont. Hij woont nu zelfs in Zijn gemeente! Meer dan bij het beeld van het lichaam valt bij het beeld van de tempel de nadruk op de toewijding aan God en het zichtbaar maken van Zijn heerlijkheid. God wordt zichtbaar in het leven van iedere gelovige – Paulus gebruikt dit beeld ook voor de individuele christen – maar Hij wordt nog meer en rijker zichtbaar in de gemeente.
Heilige plek
De kerk is dus een heilige plek, een heilige gemeenschap, toegewijd aan God. Een contrastgemeenschap, zoals Israël dat moest zijn. Met de deur uitnodigend open, want iedereen is welkom en iedereen mag meedoen. Maar ook met muren, zoals Nehemia die bouwde, om haar identiteit, haar belijdenis, haar heiligheid te beschermen.
Daarom is het zo erg als de gemeente haar roeping verzaakt en God naar beneden haalt door ontrouw, ongehoorzaamheid, ongeloof, wereldgelijkvormigheid, verdeeldheid en dwaling. ‘Als iemand de tempel van God te gronde richt,’ schrijft Paulus in 1 Korinthe 3:15, ‘zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.’
Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u.
Zichtbaar voor de wereld
Daarom is het ook zo erg dat veel christenen in onze tijd een losse en vrijblijvende relatie hebben met de kerk. We moeten laten zien wie God voor ons is en dat het ons levensdoel is om Hem te verheerlijken en onze vreugde in Hem te vinden. Als we dat ergens moeten doen, dan wel in de gemeente waar God ons een plek gegeven heeft en waar we thuis mogen komen bij Hem. In het bijzonder op zondag in de kerkdiensten. Om het met Leviticus 23 te zeggen: het zijn ‘heilige samenkomsten’ voor onze God, om Hem in het openbaar (zichtbaar voor de wereld om ons heen) en samen met anderen (dat is veel meer dan alleen) te eren in het zingen, bidden en het luisteren naar Zijn Woord. Elke kerkdienst betekent belijdenis doen. We zoeken het bij God en Hij verdient onze toewijding en ons vertrouwen!
Dat alles is voor ons veel te groot. Maar de Geest van Christus komt ons genadig te hulp. Hij maakt Gods woorden levend en krachtig. Hij wekt op, Hij schenkt geloof, Hij leidt in de weg van Gods geboden. Hij leert bidden en getuigen. En Hij rust toe met Zijn gaven om elkaar op te bouwen. Zo maakt Hij de gemeente tot een tempel, waarbij iedere gelovige als een ‘levende steen’ (1 Petr. 2:5) een eigen plek en roeping heeft en niemand gemist kan worden.
Pijnlijk en zinloos
"*" geeft vereiste velden aan