Waar bent u naar op zoek?

De oude Salomo (1)

Rijk zijn is gevaarlijk

Ds. J. Snaterse
Door: Ds. J. Snaterse
14-08-2025

De een moet het doen met een AOW-uitkering, de ander geniet van een ruim pensioen. Wat doet de enorme groei van onze welvaart met ons als wij ouder worden? Wij bidden voor christenen die worden verdrukt, maar beseffen we voldoende het gevaar van rijkdom?

Veel ouderen hebben in hun leven grote veranderingen meegemaakt. Een van die veranderingen is de enorme groei van onze welvaart. Tijdens hun jeugd moest elk dubbeltje worden omgedraaid. Nu wordt er dankbaar gebruikgemaakt van de overvloed, al zijn hierin grote verschillen.

Nauwe poort

Salomo heeft als koning grote welvaart gekend. Prinselijk opgegroeid in een paleis kende hij aan het einde van zijn leven een overvloed aan rijkdom. Gaandeweg is hij daar steeds meer naar gaan leven, ten koste van zijn vertrouwen op de Heere.

Van Salomo zijn de woorden: ‘De vreze des HEEREN is het begin van de wijsheid’. Maar als de vreze des HEEREN het begin is van de wijsheid, wat is dan het einde? Dit einde blijkt niet vast te liggen. Wijsheid is niet iets wat je eenmaal krijgt en dan voor altijd houdt. Ware wijsheid is leven in voortdurende afhankelijkheid van God, voor Zijn aangezicht. Het blijft ontvangen wijsheid. Je houdt die alleen tot het einde als je volhardt in de vreze des HEEREN.

Van Salomo weten we dat dit niet goed is gegaan. Dan rijst de vraag: is hij behouden? Deze vraag beantwoordt de Schrift niet. In plaats daarvan geeft de Bijbel ons mee: ‘Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort’ (Luk. 13:24). Wat kunnen wij van Salomo leren?

Geld en goed

Als jonge koning bidt Salomo om wijsheid. Naast wijsheid krijgt hij bovendien rijkdom, macht en eer. Juist daarin wordt hij bij het klimmen van de jaren beproefd. Wij zeggen wel dat ‘het sterke schouders zijn die de weelde kunnen dragen’. De schouders van Salomo blijken niet sterk genoeg. In de beproeving gaat hij onderuit. Zelfs zo dat hij de eerste slechte koning wordt genoemd (1 Kon. 11:6).

Van huis uit heeft hij meegekregen wat de opdrachten en beperkingen zijn voor een koning. Dit staat beschreven in Deuteronomium 17:14-20. Zoals het volk Israël anders moet leven dan andere volken, zo moet de koning van Israël anders leven dan andere koningen. In die opdracht wordt meegegeven dat een koning de Thora (de vijf boeken van Mozes) moet overschrijven om een kopie bij de hand te hebben en er elke dag in te lezen. Met andere woorden: hij moet steeds meer vertrouwd raken met het Woord van de Heere.

De koning staat niet boven de wet van de Heere en moet, net als elke Israëliet, zich laten beperken door Gods geboden en leren leven van Zijn beloften. Want de kracht van Gods geboden zit juist in de zelfgekozen beperking. En in de beperking van macht en eer, geld en goed, schuilt de door de jaren heen toenemende afhankelijkheid van de Heere.

Van Salomo staat niet geschreven dat hij een door hemzelf overgeschreven Thora had. Teerde hij op zijn kennis van vroeger? Dan ligt het vergeten van de Heere en Zijn geboden om de hoek. Dan raakt de wijsheid die gericht is op de eer van God bij het ouder worden in verval. Als ons vertrouwen op Christus net zo moet toenemen als onze welvaart, hoe staan wij er dan voor?

666

Een koning mocht zich niet verrijken met een overvloed aan paarden, vrouwen of zilver en goud. Maar wanneer is iets ‘veel’ of ‘te veel’? Het Hebreeuws laat zien dat het hier gaat om een voortdurende toename – ‘telkens meer’, ‘uitbundig veel verzamelen’. Het gaat niet om een bepaald aantal dat nog geoorloofd is, maar om de houding erachter: Salomo bleef verzamelen voor zichzelf, zonder dat zijn volk in zijn overvloed deelde.

De Koningenboeken worden binnen de Joodse traditie gelezen als profetische boeken. Het gaat niet zomaar om historische feiten, maar om de profetische blik op alles wat er gebeurde. Hoe keek de Heere naar Salomo?

Dit profetische karakter van de tekst komt in allerlei details naar voren. Een daarvan is het opvallende getal 666. In 1 Koningen 10:14 staat dat Salomo jaarlijks 666 talent goud ontving, exclusief zijn andere inkomsten. Omgerekend zou dit tegenwoordig neerkomen op zo’n 1,5 miljard euro. Hoewel die berekening niet nauwkeurig is, geeft het wel een indruk van de buitensporige rijkdom van Salomo. Hij behoorde tot de superrijken van zijn tijd.

Het getal 666 kennen we vooral uit de Openbaring van Johannes. In Openbaring 13:18 wordt dit het getal van het beest genoemd en ook het getal van een mens. Door de eeuwen heen zijn velen gaan rekenen en speculeren. Namen als keizer Nero, Hitler, de paus en ook het woord corona zijn genoemd.

Maar profetie is niet bedoeld om onze fantasie op hol te laten slaan. Het is goed mogelijk dat Johannes met dit getal verwees naar keizer Nero, maar hij noemt deze naam niet. Waarschijnlijk uit voorzichtigheid, omdat hij door de Romeinen naar Patmos was verbannen.

Toch roept het getal ook vandaag een profetische vraag op: past deze schoen ons? Zijn wij net als Salomo geneigd om steeds meer te vergaren – eer, bezit, macht – zonder te beseffen dat juist dit de beproevingen van onze tijd zijn? Beproevingen die ons geloofsvertrouwen kunnen ondermijnen?

Wanneer slaat de zegen van voorspoed om naar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom die het Woord verstikken (Matt. 13:22)? Wanneer hebben wij genoeg? Zijn wij werkelijk in Christus tevreden met wat wij hebben? Of worden we nog steeds gedreven door de honger naar meer of door de angst om iets kwijt te raken?

Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Ds. J. Snaterse
Ds. J. Snaterse

is emeritus predikant te Oldebroek.