Waar bent u naar op zoek?

De oude Salomo (2, slot)

Niet tevreden met God

Ds. J. Snaterse
Door: Ds. J. Snaterse
Bijbelboek
21-08-2025

Het vele wordt voor Salomo een verzoeking. Als de jaren vorderen, verliest hij het ‘leven met genoeg’. Hij heeft zelfs niet genoeg aan de Heere. De groei van zijn rijkdom gaat niet gelijk op met de groei van zijn Godsvertrouwen.

Voortdurend vermeerdert koning Salomo het aantal strijdwagens en ruiters. Daarvoor heeft hij uiteraard paarden nodig – en dus moet hij in Egypte zijn. Opvallend is dat dit heel concreet benoemd wordt in Deuteronomium 17:16. Ook het gevolg van deze verzamelwoede wordt ontdekkend beschreven: Salomo’s handelaren trekken naar Egypte om daar op de markten de beste paarden aan te schaffen.

Paardenliefhebberij

Deze weg naar Egypte is Israël ooit in omgekeerde richting gegaan. De Heere had Israël juist uit Egypte uitgeleid. Uitgerekend dit woord ‘uitgeleid’ wordt in 1 Koningen 10:28-29 in het Hebreeuws gebruikt in verband met deze paarden. Terwijl Israël nooit meer mocht terugkeren, noemt de schrijver met profetische kracht dit terugkeren als waarschuwing in Deuteronomium.

In de oren van Israël klinkt het woord ‘terugkeren’ geladen. Heel de Schrift roept Israël (en ons) op terug te keren tot de Heere. Nu laat Salomo zijn handelaren terugkeren naar Egypte. Hoewel Israël in de jaren van Salomo een groot en onafhankelijk land was, wordt hiermee een indirecte afhankelijkheid van Egypte gecreëerd.

Het moge duidelijk zijn dat het hier niet gaat om paardenliefhebberij. Paarden en wagens staan symbool voor militaire macht. Israëls militaire macht wordt zo afhankelijk gemaakt van de welwillendheid van Egypte, ten koste van het vertrouwen op de Heere. Zo brengt Salomo zijn volk weer onder de invloedsfeer van Egypte. Had de Heere hen dan voor niets bevrijd? Salomo stond bekend als de messiaanse koning van zijn tijd, maar kon aan deze roeping niet beantwoorden. Aan een ezel heeft hij niet genoeg.

Verbonden met afgoden

In Deuteronomium 17:17 wordt de koning gewaarschuwd niet veel vrouwen te nemen. Met hen zouden de goden van de omliggende landen meekomen.
De aandacht gaat hier niet uit naar deze vrouwen, die ongetwijfeld lijden onder deze verzamelwoede. Zij voelen zich vernederd, omdat ze slechts worden gebruikt als symbolen van de pracht en macht van koning Salomo.

Het begint met een prinses uit Egypte. Zo verbindt Salomo zich aan internationale bondgenootschappen. Hij raakt verbonden met Egypte, een band die de Heere ooit had verbroken. Verbonden ook met afgoden, die voor de Heere een gruwel zijn.
De vreze des HEEREN staat niet langer aan het begin. Nu is het: God én de afgoden.

Duizend vrouwen

Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen, zegt Jezus. Deze bittere ironie maakt dat Salomo nu de eerste slechte koning wordt genoemd. Diezelfde kritiek klinkt door in de woordkeuze over zijn vrouwen: hij kreeg vele vrouwen lief. Dit betekent niet dat hij al deze vrouwen persoonlijk kende of hen allen liefhad. Salomo’s liefde voor deze vrouwen – en daarmee voor hun afgoden – wordt profetisch verbonden met het woord hechten (1 Kon. 11:2). Zoals in Genesis 2:24 staat dat de man zich zal hechten aan zijn vrouw, zo hecht Salomo zich aan deze afgoden.

Het genoemde aantal vrouwen – duizend – klinkt als een profetische herinnering aan de duizend dankoffers die hij aan het begin van zijn koningschap aan de Heere heeft gebracht (1 Kon. 3:4).

Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen, zegt Jezus.

Arglistig hart

De dankbaarheid neemt af en de toewijding aan de afgoden neemt toe. ‘Zodat zijn hart niet volkomen was met de HEERE’, staat er (1 Kon. 11:4). Dit kan ook worden vertaald als: ‘Zijn hart was niet tevreden met de Heere’. Zoals bij het ouder worden spieren en botten krimpen, is bij Salomo zijn band met de Heere gekrompen.

Verdrietig, als je dit tot je laat doordringen. Hoe kan het toch dat een diepgelovige koning zo in verval raakt? De goden van welvaart en genot, macht en pracht weten alleen het duistere antwoord.

Salomo is kind van zijn tijd en raakt met duizend banden gebonden aan zijn cultuur. Achter dit verval zit echter de diepere wens van het volk om een koning te hebben zoals de andere volken: een alleenheerser met alle macht en luister. In de hoop dat dan het paradijs zou aanbreken, de Messias zou verschijnen en de zon niet meer zou ondergaan over Jeruzalem. Salomo wil dit verlangen beantwoorden. Maar het raadsel van zijn eigen arglistige hart heeft hij niet kunnen ontrafelen. Hij verliest zijn wijsheid, zijn status en zijn eer. Verliest hij ook zijn behoud? Daarover lezen we geen woord. Wat ons resteert, is de spiegel die ons wordt voorgehouden.

De eerste les is dat wij in het Woord leren wonen. Eerder zei Salomo: ‘Schrijf ze op de tafel van je hart’ (Spr. 3:3). Wonen in het Woord is niet zomaar de Bijbel lezen, al is dit zeker een goede gewoonte. Het gaat dieper: het betekent de Bijbel onderzoeken om de opgediepte schatten te bewaren in je hart.

Als je thuis bent in de Bijbel, weet je in tijden van verzoeking wat nodig is. Jezus wist de duivel van Zich af te schudden door telkens te antwoorden: ‘Er staat geschreven…’. De Heilige Geest helpt ons door een specifiek woord uit de Bijbel in herinnering te brengen.

Juist in onze tijd van overvloed zorgt wonen in het Woord ervoor dat we afhankelijk blijven van de Heere. Ouderen ervaren vaak hoe moeilijk het is om afhankelijk te worden van zorg. We willen het liefst onafhankelijk zijn, zelf leven, zelf kiezen, zelf bepalen. Maar de Bijbel laat ons profetisch zien dat dit bedrog is en dat wij altijd van iemand of iets afhankelijk zijn. En dan toch maar het liefst van de Heere!

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Ds. J. Snaterse
Ds. J. Snaterse

is emeritus predikant te Oldebroek.