(...) allen die geteld waren, waren zeshonderddrieduizend vijfh onderdvijft ig man.
Gods hemelse boekhouding
Nederland kent het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Regelmatig voorziet dit instituut ons van cijfers over uiteenlopende maatschappelijke onderwerpen. Ook in het Bijbelboek Numeri wordt er geteld.
Numeri is het boek van de getallen. Dat blijkt meteen uit het eerste hoofdstuk: het ene na het andere cijfer komt voorbij. Het getal dat in bovenstaand vers wordt genoemd, zegt allereerst iets over de explosieve groei van het volk Israël. Twee jaar nadat de Israëlieten uit Egypte vertrokken zijn, telt dit volk zóveel mannen van twintig jaar en ouder. Vrouwen, kinderen en ouderen zijn niet eens meegerekend. Bij elkaar gaat het om een volk van naar schatting 2,5 miljoen mensen. Dat zijn heel wat dorpen bij elkaar. Bij Bijbeluitleggers roept dit aantal discussie op: moet je zulke getallen wel letterlijk nemen?
Onbegonnen taak
Dit grote getal zegt vooral iets over de HEERE en Zijn beloften. Om dat goed te begrijpen, moeten we terug naar aartsvader Abram. Bij zijn roeping sprak de HEERE: ‘Ik zal u tot een groot volk maken’ (Gen. 12:2). Dat leek er lange tijd niet van te komen. Daarom herhaalde de HEERE keer op keer Zijn belofte. Hij riep Abram op om naar de hemel te kijken en de sterren te tellen – een onbegonnen taak onder de oosterse sterrenhemel. Maar zó talrijk zou het nageslacht van Abram worden.
Honderden jaren later bevestigt het getal in Numeri 1 deze belofte. Daarachter staat een God en HEERE Die Zich houdt aan Zijn Woord en beloften. Hij houdt Zijn volk in stand, tot op de dag van vandaag.
Dalende cijfers
Dat mag ons bemoedigen. We horen vaak andere geluiden: berichten over teruggang. Kerken die hun deuren sluiten, gemeenten die krimpen, predikantsplaatsen die worden samengevoegd of, erger nog, verdwijnen. Het CBS laat dalende cijfers zien als het gaat om kerkgang en betrokkenheid. Wij lezen van toenemende vervolging: wereldwijd raakt dat één op de zeven christenen.
Wat blijft er over van de kerk? Van Gods gemeente? Toch mogen we geloven dat de HEERE, Die Zijn volk Israël bewaarde, ook Zijn gemeente vandaag bewaart. Dat betekent niet dat we de garantie hebben dat de gemeenten in West-Europa zullen blijven bestaan. Maar er is wel de onwrikbare belofte die Jezus gaf, gegrond op Zijn vergoten bloed: ‘De poorten van de hel zullen haar niet overweldigen’ (Matth. 16:18). Is dat geen troost? Een belofte om de vinger bij te leggen en kracht uit te putten?
We mogen geloven dat de HEERE ook vandaag Zijn gemeente bewaart
"*" geeft vereiste velden aan