 
Geloven maakt gelukkig – dat blijkt uit recent onderzoek van Johan Graafland, theoloog en hoogleraar economie aan Tilburg University. Hoewel buitenstaanders geloof vaak associëren met soberheid en ernst in plaats van met geluk, is Graafland zelf niet verrast door deze uitkomst. Hij vertelt over wat hij zelf een “kleine theologie van het geluk” noemt.
Voor zijn boek Geloven maakt gelukkig. Verrassende inzichten uit geluksonderzoek en theologie, dat dit jaar uitkwam, maakte Graafland gebruik van gegevens uit de World Values Survey (WVS), een internationale standaarddatabase met onderzoeksresultaten over waarden en overtuigingen wereldwijd. Geluk en levensovertuiging worden in de vragenlijsten van de WVS onafhankelijk van elkaar bevraagd.
Graafland vulde de uit de database verkregen gegevens aan met interviews met gelovigen uit de Sint-Jansgemeente in Gouda.
Gemiddeld geven respondenten die in de WVS als meer gelovig worden aangemerkt een relatief hoge levenstevredenheid aan. Geloof lijkt het gevoel van geluk te beïnvloeden via verschillende kanalen, zoals betekenisgeving, gezondheid, huwelijk, inkomen, werk en vrijheid. De Goudse interviews boden een verdiepend inzicht in wat gelovigen verstaan onder levenstevredenheid en waarom zij zichzelf nooit volledig – voor de volle honderd procent – gelukkig noemen.
Huwelijkstrouw
Een aanzienlijk deel van zijn boek besteedt Graafland aan reflectie op de onderzoeksresultaten, die ons volgens hem niet hoeven te verbazen. “De kanalen waardoor geloof in het onderzoek bijdraagt aan geluk sluiten nauw aan bij Gods wet en leefregels. Denk bijvoorbeeld aan huwelijkstrouw, een gezonde balans tussen werk en rust, naastenliefde, het niet begeren van andermans bezit en een gezonde levensstijl. God gaf Zijn wet voor een goed leven op aarde en had daarmee ook ons aardse geluk op het oog. Als Gods schepselen zijn we aangelegd voor geluk in het hier en nu, en we mogen daar ook naar verlangen”, betoogt Graafland.
Volgens de hoogleraar draait het in het onderzoek bij geluk niet om kortstondig genot, maar om levenstevredenheid op de lange termijn. Dat deze vorm van levenstevredenheid past bij het leven zoals het bedoeld is, noemt hij een voluit Bijbelse gedachte. Tegelijk sluit dit aan bij bredere opvattingen uit de oudheid over geluk. “Ook buiten de Bijbel werd geluk gezien als een doel dat voortvloeit uit de aard van de mens, en bereikt wordt door het ontwikkelen van de zogenoemde klassieke deugden – moed, rechtvaardigheid, wijsheid en matigheid. Die deugden komen we ook in de Bijbel tegen. In dat klassieke denken gaat het geluk van de gemeenschap vooraf aan dat van het individu: wie bijdraagt aan de samenleving, stelt de gemeenschap in staat om op haar beurt bij te dragen aan het welzijn van het individu”, legt Graafland uit.
Geestelijke antenne
De klassieke opvatting van geluk vertoont volgens Graafland veel overeenkomsten met de Bijbelse visie. “Gelovigen beseffen echter dat zij de inspiratie van de Heilige Geest nodig hebben om de deugden te ontwikkelen – deugden die in de Bijbel, naast de klassieke, ook nederigheid en dienstbaarheid omvatten. Christenen beschikken daarbij over een geestelijke antenne die hen kritisch maakt ten opzichte van hun eigen leven. Ze weten dat hun bestaan niet volmaakt is en dat ook zonde en lijden daarin een rol spelen. Toch blijft een levenswijze die gericht is op de ontwikkeling van Bijbelse deugden dienstbaar aan het aardse geluk.”
‘Calvijn raadde al aan om van de natuur en lekker eten te genieten’
God wil mensen ook in het leven hier en nu gelukkig maken, benadrukt de auteur. “In het Oude Testament gaat zegen vaak samen met een grote veestapel. Ik denk ook aan Prediker 5:18, waar rijkdom wordt beschreven als een gave van God. En Jezus voorzag niet alleen in geestelijke, maar ook in materiële noden: Hij stilde honger en veranderde water in wijn. Aardse zegeningen kunnen de relatie met God verdiepen, mits ze in dankbaarheid en afhankelijkheid worden ontvangen. Dat past bij het leven zoals God het bedoeld heeft. Maar dat is iets anders dan te zeggen dat we gezegend worden omdat we gelovig zijn.”
Blok hout
Behalve bronnen uit de oudheid, biedt ook de kerkgeschiedenis verrassende inzichten over geluk in het hier en nu, zo ontdekte Graafland. “Per ongeluk” stuitte hij op een Amerikaans proefschrift over het thema geluk in het werk van Calvijn. “In Nederland is over dit onderwerp geen onderzoek te vinden. Maar Calvijn doet ook belangrijke uitspraken over aardse aangelegenheden. Zo stelt hij dat kleding er niet alleen is om ons te beschermen, maar ook voor het verlenen van ‘voorkomendheid’ en ‘goede vormen’. Ook moedigt hij aan om te genieten van de natuur en van lekker eten. Volgens de Geneefse reformator is de mens geen blok hout, zonder enig gevoel. Het is de kunst om het een met het ander te verbinden en aards geluk een zodanige plek te geven dat het bijdraagt aan geestelijk geluk. Dan heeft geloof ook iets te zeggen over hoe je met geld en goed omgaat.”
Graafland verbindt aards geluk onder meer met de vreugde die het geven van giften met zich meebrengt. Hij moedigt jongeren aan om daar al mee te beginnen zodra zij aan hun werkzame leven beginnen. “Als je dat op dat moment niet doet, stem je je uitgavenpatroon af op je inkomsten, en komt het er waarschijnlijk niet meer van. Begin je wél met geven, dan word je vanzelf betrokken bij de noden van anderen en leer je je eigen leven daaraan te relateren. Dat zet je op een spoor dat diepe voldoening schenkt”, meent Graafland.
"*" geeft vereiste velden aan
