
Rouwen is hard werken. Het is leren op zodanige wijze met verlies om te gaan, dat je niet in je verdriet verdrinkt of ondergaat in boosheid en frustratie. Drs. Marianne Buitink werkt dit uit in haar boekje <em>Leven met verlies</em>, dat verscheen in de Artios-reeks van de Gereformeerde Bond.
De titel van dit boekje intrigeert en maakt nieuwsgierig. De auteur legt uit dat rouw zich niet beperkt tot het verliezen van een dierbare. Zij trekt het begrip ‘rouw’ breed. Verlies van je partner, kind of ouder slaat een diepe wond. Na verloop van tijd wordt de wond een litteken.
Terecht vraagt ze aandacht voor de impact van ‘levend verlies’. Daarbij moeten we denken aan het inleveren van gezondheid, een onvervulde kinderwens, het vervluchtigen van lang gekoesterde idealen en verlangens, verbroken contact met (klein)kinderen Dat je elkaar ook tijdens het leven kunt verliezen, wordt ervaren bij dementieziekten. Beide partners raken eenzaam en leven in verschillende werelden. De wond wordt steeds opengetrokken. Van heling is geen sprake.
De intensiteit van de rouwervaring zal per categorie verschillen. Je kleinkinderen niet meer mogen zien vanwege de scheiding van zoon of dochter, is van een andere orde dan je partner door een hersenziekte uit je leven zien wegglijden. Hopen dat het weer goedkomt is dan ijdele hoop, in tegenstelling tot een verbroken familieverhouding.
Dit boekje zou er wellicht niet gekomen zijn als de auteur niet zelf geconfronteerd was met heftige verlieservaringen. Haar echtgenoot, ds. H. Buitink, moest als gevolg van een ongeval in zijn eerste gemeente, Poederoijen, met vervroegd emeritaat. Zelf moest de schrijfster na een auto-ongeluk in 1998 haar werk als oudtestamenticus aan de Christelijke Hogeschool Ede neerleggen. Baanverlies slaat ook een gat in je bestaan. Sociale contacten brokkelen af, schaamte en eenzaamheid liggen op de loer.
Luisteren
De schrijfster vond troost in het Bijbelboek Job. Zij ervoer hoe de Heere haar vasthield en leidde door moeilijke wegen. Vanuit die ervaring ontstond dit boekje. Het wil anderen een hart onder de riem steken en een weg wijzen in het doolhof van verlies en verdriet. Maar ook helpt het omstanders bij de verlegenheid die verlieservaringen in hun directe nabijheid oproepen. Soms lijden zij aan blinde vlekken. Het is goed dat de auteur daarop inspeelt.
Rouwen is hard werken. Het is leren op zodanige wijze met verlies om te gaan, dat je niet in je verdriet verdrinkt of ondergaat in boosheid en frustratie.
"*" geeft vereiste velden aan