Waar bent u naar op zoek?

Leviticus – feestviering: zeventig dagen feesten (4, slot)

Heenwijzingen

Ds. M.M. van Campen
Door: Ds. M.M. van Campen
Bijbelboek
24-02-2025

In Leviticus 23 geeft de HEERE een ware feestkalender aan Zijn volk. Het zijn geen Joodse feesten, maar feestdagen van de HEERE (Lev.23:2). God geeft Israël niet alleen regels, maar Hij bereidt hun ook vreugde. Er valt ook wel wat te vieren.

Volgens de rabbi’s is het aantal heilige dagen zeventig, dat is bijna een vijfde van het hele jaar. Onze christelijke feestdagen zijn beduidend minder in aantal, duur en uitbundigheid.

Zingen

‘Feestdag’ komt van het woord mo-eed, afspraak. God verlangt op de afgesproken tijd Zijn eigen volk te ontmoeten in heilige samenkomsten; tijden van vreugdevol bij elkaar zijn als van twee geliefden.

In totaal worden zeven jaarlijkse feesten beschreven, waarvan drie grote pelgrimsfeesten: Pascha, Pinksteren en Loofhutten. De twaalf stammen trekken op om de Heere, hun God, te aanbidden in Zijn tempel. Tijdens de reis zingen ze de liederen Hammaaloth (Ps 120-134) en wensen ze elkaar chag sameach, een vrolijk feest.

De feesten hebben een heilshistorische (verleden), agrarische (heden) en een messiaanse betekenis (toekomst). De grote daden van God in het verleden worden herdacht: de verlossing met Pascha, de wetgeving op Sjavoeot en Zijn bescherming tijdens de woestijnreis met Soekot (heilshistorisch). Het zijn dankdagen voor het gewas: voor de gersteoogst bij het feest van de eerstelingsgarve; voor de tarweoogst op Sjavoeot en voor de hele oogst inclusief druiven en olijven op Soekot, dan werd er zelfs een dankweek voor gewas gehouden (agrarisch).

Dit artikel gratis verder lezen?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en lees de volledige tekst van dit artikel.

"*" geeft vereiste velden aan

Ds. M.M. van Campen
Ds. M.M. van Campen

is predikant van hervormde gemeente de Levensbron te Goes.