
‘Mam, ik vind het spannend!’ Terwijl ze al met één voet op een trapper staat, haar rugtas op het tassenrekje achter op haar fiets, kijkt ze naar me op. Het is haar eerste dag op het praktijkonderwijs, nadat ze enkele weken terug afscheid nam van groep 8 van het speciaal basisonderwijs. Ik zie de spanning op haar gezicht, en de onrust in haar ogen. ‘Kom’, zeg ik dan. Ik leg mijn linkerhand over haar hand, die het stuur goed vasthoudt, en mijn rechterhand op haar hoofd. ‘God’, bid ik, ‘wilt U Uw engelen bevel geven dat zij haar bewaren op al haar wegen? Laat hen haar op de handen dragen, zodat zij haar voet aan geen steen stoot. Dank U dat U dat belooft in Psalm 91. Amen.’ Nog snel een boks, even zwaaien… en daar gaat ze. Met Hem.
Wanneer je zoekt naar ‘huisgodsdienst’ in de Dikke van Dale, vind je geen betekenis van dit woord. Het is dus feitelijk geen erkend Nederlands woord, maar iedere christen weet ongeveer wat ermee bedoeld wordt. Er zijn omschrijvingen te vinden, of voorbeelden van ‘huisgodsdienst’, maar een definitie ontbreekt. Wanneer ik zelf nadenk over een betekenis of definitie, kom ik op het volgende:
Huisgodsdienst is alles wat je thuis voorleeft, voordoet en samendoet om het geloof in God en Zijn Woord inhoud en betekenis te geven.
Toch blijft ook deze omschrijving abstract. Graag neem ik jullie daarom mee in een praktische uitwerking van deze woorden.
Waarom en wanneer?
Huisgodsdienst begint op het moment dat je een eigen huishouden vormt. Dat kan zijn als je alleen gaat wonen, zonder je ouders. Het kan ook zijn dat je gaat trouwen en samen een eigen huishouden begint.
"*" geeft vereiste velden aan